Skip to main content

Een wandeling met de ecoloog

Auteur: Femke Oud

Ik tref ecoloog en cultuurhistoricus Bert Maes al struinend aan het begin van Landgoed Amelisweerd. “Ben je alleen?” vraagt Bert verbaasd na het voorstelrondje. Ik antwoord dat het niet echt anders kon vanwege de maatregelen, maar algauw wordt duidelijk dat het alleen zijn erg onhandig is. Hij weet veel, deelt dat graag en ik wil filmen, vragen stellen, luisteren en schrijven tegelijkertijd. 

De landgoederen Amelisweerd en Rhijnauwen staan op de rijksmonumentenlijst, maar het stuk net naast de snelweg ten onrechte niet. Dat deel is dus ook niet in handen van de gemeente, maar van Rijkswaterstaat. We hebben net twee stappen dit bedreigde gebied in gezet als Bert zegt: “In feite is dit toch wel een van de belangrijke stukken van Landgoed Nieuw-Amelisweerd, hè.” Het altijd aanwezige gesuis van de snelweg klinkt spottend op de achtergrond. “Er staan hier tientallen eiken van zo’n 200 jaar,” gaat hij verder. Deze eiken komen dus ongeveer uit het jaar 1820. Ze hebben Koning Lodewijk, en wellicht ook zijn broer Napoleon, zien komen en binnen een maand weer zien vertrekken. Ze overleefden cholera-epidemieën en mochten de eerste treinverbinding van Utrecht aanschouwen. En misschien ironisch, maar ze zagen ook de allereerste auto’s verschijnen. “Misschien zei de boom nog dat dat geen goed idee was, maar wie luistert er nou naar bomen?” 

Bomen van die leeftijd betekent ook oude levensgemeenschappen en ecologische verbanden, alle begroeiing staat namelijk met elkaar in verbinding. En die verbindingen, ontstaan over een lang tijdsbestek, kunnen niet gecompenseerd worden, hoeveel bomen Rijkswaterstaat ook plant. “Al die boomsoorten hebben weer eigen paddenstoelensoorten,” benadrukt Bert deze verbanden, "maar hoe dat allemaal samenwerkt, daar weten we eigenlijk niets van.” De kleigrond van Landgoederen Amelisweerd en Rhijnauwen vormt de basis voor allerlei bijzondere soorten paddenstoelen, waar ook weer specifieke insecten en zoogdieren op afkomen. Al deze levensvormen doen een duit in het ecologische zakje, en dat allemaal op een zo’n klein, stads stukje natuur. 

Bert vertelt me dat eiken robuuste bomen zijn en veel aan kunnen. Maar waar ze niet tegen kunnen zijn plotselinge veranderingen. Het A27 project zal dus ook de nodige risico’s meebrengen voor de bomen die niet in het bedreigde gebied staan. Niet alleen omdat door de kap de ecologische verbanden ruw zullen worden verstoord, maar ook omdat er 70 meter diepe wanden de grond in worden gestampt. Zo’n project is nooit eerder uitgevoerd en de gevolgen voor vooral het grondwater zijn dus ook onbekend. Wat wel bekend is, is dat wanneer het grondwaterpeil plotseling stijgt of daalt de omliggende natuur nog een enorme opdonder krijgt. 

We dwalen van het pad de ondergroei in. Raken verstrikt in de braam die alleen in Amelisweerd voorkomt en komen andere bomenwachters tegen. “Hoeveel tijd heb je?” vraagt Bert me plotseling met zijn neus tussen de bladeren op de grond. “Tot de avondklok,” antwoord ik. “Oh mooi, dan kan ik ook even wat bladeren verzamelen voor mijn eigen onderzoek.” 

Bert leidt me richting de sneeuwklokjeslaan, of althans, wat daarvan over is in de strook naast de rijksweg. Er is duidelijk te zien dat hier ooit een pad liep, maar om met Berts woorden te spreken: “Je ziet wat voor rotzooitje ze ervan gemaakt hebben.” Het deel waar we staan is in handen van Rijkswaterstaat. Van de sneeuwklokjes is niets meer te zien, maar door de eiken die de laan omzomen is duidelijk te zien waar ze eerder stonden. “Weet je wat het is, we hebben hier geen oerwoud. Mensen zeggen wel eens dat je niet moet beheren en alles op z’n beloop moet laten, maar dat werkt niet op de versnipperde natuur in Nederland.” Wel zegt Bert direct dat het bosbeheer tegenwoordig vooral doen is. Dat er veel gekapt en aangeplant wordt, zonder te kijken wat er al aan waardevolle elementen is. Dat kan anders: “Voor mij is authenticiteit van belang. Dat er wordt gekeken naar wat er al is, hoe het werd gebruikt. Het zou ideaal zijn als er op basis daarvan wordt beheerd.”

Dit stukje Amelisweerd is perfect om te achterhalen wat er vroeger allemaal voorkwam, en hoe het als historisch landgoed functioneerde, juist omdat het niet door de gemeente beheerd is. De gemeente brengt graag nieuwe beplanting aan die er vaak niet past. Terwijl ze ook kunnen kiezen om de prachtige karakteristieke bomen en heesters goed in stand te houden en te beheren. Voor Bert Maes is dit gebied dan ook een stuk cultuurhistorie, zeker ook de sneeuwklokjeslaan. “Die zou eigenlijk weer in ere hersteld moeten worden,” zegt Bert, “maar dan wel met de originele sneeuwklokjes.” Hij wijst naar een groepje bloeiende sneeuwklokjes. “Die glanzen veel meer zie je dat? Dat zijn de nieuwe. Ze hebben toentertijd gewoon sneeuwklokjes besteld en geplant. Maar dat is helemaal niet dezelfde soort.” Hij wijst op een ander groepje sneeuwklokjes, die veel matter zijn. “Dit zijn de echte, de oude.”